Je hoeft geen pastoor of dominee te zijn om te weten dat preken in een
kerk niet gemakkelijk is.
Afgezien van de kunst de boodschap op een boeiende manier over te brengen,
is de techniek van het spreken in een hoge kerk welhaast een vak apart.
Een klankbord
boven de
preekstoel
geeft misschien wel richting aan het verhaal,
maar dan nog maakt de galm het vaak onverstaanbaar. Daarom zijn in de
middeleeuwse
gewelven
vaak potten ingemetseld, zo, dat alleen de opening te zien is.
De klankpotten vallen meestal niet op. Alleen een enkele keer hebben de inventieve
bouwers van de nood een deugd gemaakt en zijn de openingen versierd,
zodat ze op, bijvoorbeeld, de bek van een
monster
lijken.
De problemen rond de
akoestiek
zijn natuurlijk zo oud als de wens een grote menige toe te spreken.
De
Romeinen
hebben al voor hun
theaters
geëxperimenteerd met klankpotten in de vorm van
galmvaten.
Wie in een gewelf ingemetselde potten vindt, heeft niet altijd klankpotten te pakken.
Een oud middel om het gewicht van de constructie te beperken is het inmetselen
van heel veel holle vaten, de
welfurnen.
Tekst: Jean Penders, 08-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders