Een
venster
dat aan de bovenzijde de vorm van een
keperboog
heeft, heet een keperboogvenster.
Het heeft zelf dus niet de vorm van een keper: dat zou een driehoekig venster zijn.
Het gaat dus om een rechthoek, die aan de bovenkant uitgebreid is met een driehoek.
Het
raamkozijn
en de ramen moeten aan die uitzonderlijke vorm aangepast zijn.
Vooral in de tweede helft van de
19e eeuw
komt het keperboogvenster voor,
het sluit aan bij een architectuur die ook 'romantische' elementen uit het verleden zoekt,
maar dit gebruik van de keperboog is geen oud element.
Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders