Het is mogelijk om een
zandweg
berijdbaar te maken door er zoveel
keien
overheen te strooien dat er haast geen
zand
meer te zien is.
Fraaier is het om die keien in een sierlijk patroon te leggen. De
keitjesvloer
voor de haard of
ingang van sommige oude
boerderijen is hiervan een goed voorbeeld.
Voor een weg waarover zwaar
verkeer
rijdt, is dat geen oplossing. Die keien op zich wel,
maar hoe groter ze zijn, hoe beter ze aan hun doel beantwoorden.
En belangrijker dan het leggen in een of ander patroon is het zorgen voor een stevige ligging,
liefst zo dat de platste kant boven ligt. Dat rijdt het prettigst.
Keien zijn eeuwenlang de enige manier geweest om een weg te bestraten.
De
Romeinen,
die natuurlijk wel heel
wat makkelijker aan
natuursteen
konden komen dan wij, hadden er al een luxe variant van:
bestraten met al dan niet regelmatige
natuursteenplaten.
In onze streken is de perfectionering van de keienbestrating eigenlijk pas op gang gekomen toen
kasseiwegen
aangelegd werden. Eigenlijk zijn dat keienwegen met heel regelmatige keien.
Een scherpe grens is dan ook niet te trekken tussen beide vormen.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders