Een buitenbeentje tussen al de verschillende soorten
zuilen
is de kandelaberzuil,
die in Nederland in de vroege
renaissance
in de mode kwam.
Het 'kandelaber' in de naam van de zuil betekent
'
kandelaar',
maar eigenlijk helpt deze aanduiding ons niet erg op weg.
Kandelaars kunnen immers zoveel verschillende vormen hebben.
In dit geval gaat het om het
kandelaber-ornament,
waarbij heel verschillende elementen boven elkaar samen een rijke indruk moeten maken.
De gekozen vormen wijken sterk van elkaar af, er is niet één standaardtype.
Centraal hierbij staat de
schacht van de zuil,
die van onder af meestal omvat
lijkt te worden door een uitbollend bladmotief. Hierboven kan de
schacht glad zijn, of voorzien van bijvoorbeeld een
geschubde huid. Als extra versiering komen één of meer ringen voor,
eventueel gesierd met reliëfs.
Het
basement
en het
kapiteel
wijken meestal ook sterk af van de gebruikelijke vormen.
Een dikke ring van bladeren kan het kapiteel vormen.
Het idee van de kandelaberzuil is vaak terug te vinden in
balusters
en gietijzeren spijlen van een
hek.
Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders