Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Haakbus

Haakbussen (28 en 29) behoorden tot de eerste vuurwapens van hun tijd. Zij bestonden uit een gesmede loop met een uiteinde. Het waren zogenoemde voorladers met aan de achterzijde van de loop een zundgat waar doorheen met een smeulende lont of een gloeiende staaf ijzer het kruit tot ontbranding werd gebracht Aan het wapen was aan de onderzijde een reculhaak aangebracht. Deze werd om een balkje gehaakt zodat bij het afgaan van het schot de terugslag werd opgevangen. Haakbussen hadden een gewicht van ongeveer tien kilogram en waren daardoor niet zo geschikt om daarmee in het veld te opereren. Tot een afstand van 100 m. kon min of meer gericht vuur worden afgegeven.

Dat men met het bouwen van de Amersfoortse stadsmuren in de periode 1380-1460 rekening hield met het gebruik van het inmiddels in zwang geraakte buskruit kan worden opgemaakt uit de oplegbalkjes in de schietgaten van het gedeeltelijk gereconstrueerde muurgedeelte Achter de Kamp.





Tekst: Cor van den Braber, 2004 (bewerkt). Afbeelding: Cor van den Braber