Het leek zo'n goed idee: wanneer je een heel dikke
muur
moet bouwen, dan kun je er in het midden wel een
rommeltje van maken. Dat ziet toch niemand.
Kistwerk
bestaat dan ook uit twee zeer verzorgde buitenkanten, de schalen,
waartussen allerlei puin gestort is, dat dan door
mortel
bij elkaar gehouden wordt. Het is - zeg maar - een
betonnen
muur met een ouderwets degelijke verpakking van keurige blokken
natuursteen
aan de binnen- en de buitenkant.
Maar die twee hebben niets met elkaar, de schalen zijn niet met elkaar verbonden. Wanneer de vulling niet meer stevig is,
bijvoorbeeld door het uitspoelen van de mortel, dan wordt de buitenkant niet meer vast gehouden.
De oplossing is de doorbander: lange stenen die dwars door de muur steken. Is de muur niet te dik, dan kunnen de schalen
elkaar op deze manier goed vasthouden. Is de muur te dik, of zijn de doorbanders te kort,
dan scheelt het toch al een hoop wanneer er tal van doorbanders her en der verspreid door de
vulling heen steken. Als alles goed gaat, zie je deze stenen niet. Of eigenlijk zie je ze wel, maar je weet niet welke 'korte'
steen in de schil in stilte veel goed doet.
Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders