De zijkant van een
muuropening
is de dagkant. Hierin is meestal een
kozijn
geplaatst, hetzij
deur-
of
raamkozijn.
Al eeuwen is de dagkant van de
vensteropening
bijna steeds loodrecht op het gevelvlak geplaatst. In de Middeleeuwen had het gat in de muur een
afzettende dagkant,
deze verwijdde zich naar binnen, naar buiten of naar binnen en buiten.
Zo kon ook met de kleine
romaanse vensters,
ondanks de dikke muren, behoorlijk wat licht gevangen worden,
zeker wanneer de dagkant gewit werd.
De mooiste dagkanten zijn bij
ingangen
te vinden, dat zijn
meestal de rijkst versierde gevelopeningen.
De kroon wordt hierbij gespannen door de middeleeuwse
kerkportalen.
De dagkant kan ook heel eenvoudig zijn: de opgaande binnenzijde van een
boog
heet ook dagkant.
Tekst: Jean Penders, 05-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders