Al denken we bij een crypte aan een grotendeels ondergronds gelegen ruimte,
er zijn ook voorbeelden, die gewoon op het maaiveld gebouwd zijn.
Wanneer het
boven de crypte fors verhoogd ligt,
is graven niet nodig. Slechts weinig cryptes bestaan uit één ongedeelde ruimte, meestal zijn er meerdere beuken, gescheiden door zuilen of pijlers. In verband met de functie rond de
vinden we de crypte onder het koor, soms uitgebreid tot onder de
.
Ook onder het
De crypte is ontstaan vanuit de verering van de stoffelijke resten van de
heiligen.
Oorspronkelijk ging het om
martelaren,
na enkele eeuwen werden ook anderen heilig verklaard.
Hun graf trok
pelgrims
die hoopten op een wonder, zoals de genezing van een ongeneeslijke
ziekte.
Het was van belang zo dicht mogelijk bij het graf te komen. In de
catacomben
lukte dat wel,
maar in de
kerken
die elders boven het
graf
van een heilige opgericht werden, ging dat wat moeilijker.
Op grond van de regels die de eerste christenen van de
Romeinen
overgenomen hadden, mocht een graf niet
verstoord worden, dat was wel zo hygiënisch. De plaatsing van het lijk in een
reliekschrijn,
eerst in,
daarna boven het
altaar,
is van later tijd.
De gang die gegraven werd om bij het diep liggende graf te komen,
is het begin van het verschijnsel crypte.
Bij populaire heiligen (oftewel: religieus massa-toerisme) wilde men de
kerk zelf ook ontlasten, door de
bouw van een vaak forse crypte, waar de pelgrims dan bij het graf konden komen (of er zelfs de
nacht bij doorbrengen).
Toegangen van buitenaf verbeterden soms de circulatie.
Niet alle cryptes hebben heiligengraven bevat,
niet alle kerken met het graf van een heilige hadden een crypte.
Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders