Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Boucharderen

Om een ruw blok natuursteen van vlakke zijden te voorzien kan de beitel gebruikt worden. Vaak echter wordt eerst met de bouchardhamer zolang plat op de steen geslagen, dat deze min of meer vlak is. Deze hamer heeft een ijzeren kop met spitse punten, die de steensplinters alle kanten op laat vliegen. Het patroon van de keurig in rijen geordende punten is goed afleesbaar op de steen: een vierkant patroon van putjes is het gevolg van één slag. Omdat de opeenvolgende slagen niet helemaal regelmatig de steen raken, staat ieder vierkantje iets afwijkend ten opzichte van het voorgaande. Het is alsof het patroon op de steen gestempeld is, maar dan in reliëf.
Dit resultaat lijkt op dat van het tandijzer, een beitel met spitse tanden naast elkaar. Iedere slag geeft dan één rij putjes. Daaraan zijn deze wijzen van natuursteenbewerking te onderscheiden.
De randen van de steen overleven het gebruik van de nogal gewelddadige bouchardhamer niet. Daarom worden deze met een vlakke beitel afgewerkt.
Na het boucharderen kan de steen nog verfijnder afgewerkt worden, bijvoorbeeld met een frijnslag.




Tekst: Jean Penders, 11-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders